De meeste economisten vinden dat overheidssteun voor O&O-activiteiten gerechtvaardigd is omwille van de positieve maatschappelijke effecten en de impact op de economische groei. Daarenboven heeft ons land zich op Europees niveau geëngageerd om de uitgaven voor O&O op te trekken tot 3% van het bbp en dit streefdoel is nog altijd niet bereikt. 

De publieke middelen voor O&O zijn zowel afkomstig van het federale niveau als van het regionale niveau.  Op het federale niveau zijn deze bijna uitsluitend van fiscale aard en één van de maatregelen, de vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers, werd de laatste jaren nog versterkt.  

In dit middagdebat zal een overzicht worden gegeven van deze publieke steun voor O&O en zullen de resultaten worden gepresenteerd van een eerste evaluatie. De studie is gebaseerd op een gegevensbank die op het niveau van de ondernemingen de gegevens verzamelt van zowel fiscale als directe steun en op de resultaten van een bevraging over de O&O-uitgaven en andere economische parameters.